Even voorstellen: Coen Hofman
Coen Hofman werkt als projectleider bij Tablis Wonen. Hij onderzoekt welke maatregelen nodig zijn om de huurwoningen van Tablis Wonen aardgasvrij te maken en aan te sluiten op het warmtenet.
“Belangrijk daarbij is dat de bewoners het wooncomfort houden wat ze gewend zijn”, zegt hij. “Denk bijvoorbeeld aan de binnentemperatuur. Hier ligt dan de belangrijkste uitdaging! Het warmtenet verwarmt de woningen op een andere manier dan een cv-ketel. De huidige cv-ketels verwarmen de radiatoren tot ongeveer 90 graden. Bij het warmtenet is dat ongeveer 70 graden. Om hetzelfde wooncomfort te houden, moeten we de woningen dus aanpassen. Niet alle woningen zijn natuurlijk hetzelfde. Daarom komt er voor elk complex een aparte aanpak. Voor alle woningen geldt dat ze goed geïsoleerd moeten zijn. Daarnaast is het soms nodig om radiatoren te vervangen. Dat onderzoeken we nu dus allemaal.”
“Ook belangrijke punten om te onderzoeken zijn: waar plaatsen we de warmte-unit? En hoe brengen we de aan- en afvoerleidingen van het warmtenet de woongebouwen en woningen binnen? HVC legt alle warmteleidingen aan tot bij de warmte-unit. Tablis Wonen zorgt voor alle voorzieningen en het correct afwerken daarvan. Bij eengezinswoningen bestaan deze voorzieningen voornamelijk uit het boren van gaten. Soms komt er een kast om de warmte-unit.”
De woningen in de Staatsliedenbuurt en een deel van de woningen van de Valkhof heeft HVC al aangesloten op het warmtenet. Daarna volgen de woningen van de Havik en Sperwer. “Voor de eengezinswoningen in de wijk kunnen we alle voorbereidingen treffen voordat HVC de woningen aansluit op het warmtenet. Wat ik zelf heel belangrijk vind, is dat de bewoners niet al te veel hinder ervaren tijdens de werkzaamheden en dat ze ook na de aanpassingen aan hun woning plezierig wonen in een goed en fijn thuis.”
Coen Hofman werkt als projectleider bij Tablis Wonen. Hij onderzoekt welke maatregelen nodig zijn om de huurwoningen van Tablis Wonen aardgasvrij te maken en aan te sluiten op het warmtenet.
“Belangrijk daarbij is dat de bewoners het wooncomfort houden wat ze gewend zijn”, zegt hij.